Belastingschijven

Box 1 - belastbaar inkomen uit werk en woning

Het belastbaar inkomen voor box 1 is het saldo van uw inkomsten, verminderd met de aftrekposten. Bij de inkomsten horen uw loon/wedde, winst uit een onderneming, de gekregen uitkeringen, pensioenen enzovoorts. Voorbeelden van kosten die mogen worden afgetrokken zijn de rente op een hypotheeklening, werknemersaftrek (o.a. reiskosten voor woon-werkverkeer), sommige ziektekosten, betaalde premies voor een lijfrenteproduct, giften,...

Hieronder vindt men een overzicht van de verschillende inkomensbronnen en aftrekposten.

Inkomsten die vallen in box 1

  • loon, uitkering of pensioen;
  • fooien;
  • winst uit onderneming;
  • inkomen als artiest, gastouder of beroepssporter
  • buitenlandse inkomsten
  • negatieve persoonsgebonden aftrek
  • inkomen uit lijfrente producten;
  • inkomen uit alimentatie (partneralimentatie);
  • eigen woning forfait

Aftrekposten voor box 1

  • aftrekbare kosten van eigen woning;
  • reisaftrek openbaar vervoer;
  • ondernemersaftrek;
  • werknemersaftrek;
  • uitgaven voor inkomensvoorzieningen;
  • betaalde alimentatie;
  • overige persoonsgebonden aftrek (waaronder studiekosten, levensonderhoud, specifieke zorgkosten)

Wanneer men de bovenstaande posten op een rij zet en de aftrekposten van de inkomsten aftrekt, komt men op het uiteindelijke saldo. Dit uiteindelijke saldo is het belastbaar inkomen uit werk en woning, men is hier inkomstenbelasting over verschuldigd.

Nederland heeft een progressieve belasting en dus zal u meer belasting moeten betalen als u meer verdient. Concreet werden er 4 belastingschijven voorzien, die regelmatig aangepast worden.

Daarnaast wordt er nog een onderscheid gemaakt op basis van de AOW leeftijd. Mensen die ouder zijn dan pakweg 65 moeten geen AOW premie meer betalen waardoor het tarief in de eerste twee schijven merkelijk minder wordt.